Nederlands leraar

Archive for augustus, 2015

Bei Rot stehen

16.08.2015

Blog

Bij rood wachten, ja logisch. Maar als er van links en rechts niets aankomt, waarop wacht je dan? Ik was eraan gewend om dan gewoon over te steken, maar dat kwam me in Duitsland al snel op commentaar te staan. Rood is rood en dat betekent wachten, dus dan doe je dat. Ook al wacht je voor niets. Het door rood lopen of fietsen omdat er toch niets aankomt is iets wat veel voorkomt in Nederland.

In Duitsland niet, hier zag ik zelfs het volgende bord bij een stoplicht;

Vooral de onderstaande tekst is belangrijk: ‘Kindern Vorbild sein’. De verkehrswacht in Duitsland is er heel duidelijk over; geef het goede voorbeeld!

Ik vertelde het vanmorgen nog aan een Duitser die ik Nederlandse les geef. Hij vertelde dat hij in Amerika gestudeerd had. Als hij daar voor een rood stoplicht stond, bleef hij staan, ook als er geen auto aankwam. De Amerikanen liepen dan gewoon door.

Schopflocher Alb

16.08.2015

Blog

Het ‘Naturschutzcentrum Schopflocher Alb’ is een ‘Biosphärenlädle’, een leerzaam museum over biosferen en bevindt zich bij Lenningen-Schopfloch. Midden in een beschermd natuurgebied dus.

Een uitgestrekt heuvelachtig landschap. Kronkelpaadjes tussen wuifend graan.

Wandelen, wandelen, wandelen. En wat duikt daar op aan de horizon? Juist ja, het Otto Hoffmeijer Haus. Een boerderij omgebouwd tot restaurant met een groot terras in de schaduw. Dat is prettig bij temperaturen van 34 graden. Op het bierviltje stond ‘Erholung voor Leib und Seele’. En zo zag de achterkant eruit:

Kaew loopt in het bos voor de grap ineens een steile berg op, ik volg haar maar merk dat het niet zo makkelijk meer gaat. ‘Ouwe man! grapt ze, doet ze wel vaker. Vind ik niet erg, zo jong ben ik niet meer, al voel ik me nog lang niet oud. Vakanties in de natuur, zoals deze, houden me jong….

Burg Hohenneuffen

15.08.2015

Blog

Het op 743 meter liggende kasteel stamt uit 1130. Wellicht interessant om eens de geschiedenis te lezen. Of niet,  maar bekijk in ieder geval de foto’s……

“Die Burg wurde zwischen 1100 und 1120 von Mangold von Sulmetingen, der sich später von Neuffen nannte, erbaut.[4] Zum ersten Mal urkundlich erwähnt wurde sie im Jahre 1198, damals im Besitz der Edelfreien von Neuffen, zu denen der Minnesänger Gottfried von Neifen gehörte. Ende des 13. Jahrhunderts ging die Burg an die Herren von Weinsberg, die sie 1301 an das Haus Württemberg verkauften. Ihre Verteidigungsfähigkeit bewies die Burg in den internen Auseinandersetzungen des Heiligen Römischen Reiches, in denen sie 1312 nicht eingenommen werden konnte.

Der Ausbau des Hohenneuffens zur Landesfestung begann bereits im 15. Jahrhundert. Die entscheidenden Baumaßnahmen zur befestigten Anlage wurden aber erst um die Mitte des 16. Jahrhunderts durchHerzog Ulrich unternommen. Es entstanden die Vorwerke, Rundtürme, Bastionen, eine KommandanturKasemattenStallungen, das Zeughaus, und zwei Zisternen. Die damit geschaffene Fortifikation bestand danach ohne wesentliche Änderungen prinzipiell zwei Jahrhunderte weiter. 1519 musste sie sich dennoch dem Schwäbischen Bund ergeben. In den Deutschen Bauernkriegen ab 1524 war sie wiederum nicht einzunehmen.[5]

Mehr als ein Jahr lang wurde der Hohenneuffen während des Dreißigjährigen Krieges belagert. Im November beschlossen Festungskommandant Hauptmann Johann Philipp Schnurm und die mutlos gewordene Mannschaft, mit den Feinden eine Übergabe auszuhandeln, die einen freien Abzug mit Waffen und aller Habe vorsah. Am 22. November 1635 übergab Schnurm die Festung nach 15-monatiger Belagerung an die kaiserlichen Truppen. Entgegen den Zusagen wurde die Mannschaft zum Dienst im kaiserlichen Heer gezwungen, und Schnurm verlor seinen Besitz.

Eine Legende, die nicht den historischen Ereignissen entspricht, sagt folgendes: Die Leute auf der Burg gaben ihrem Esel das letzte Getreide, das sie noch übrig hatten, schlachteten ihn und warfen den gefüllten Magen des Tieres in das Lager der Feinde. Diese glaubten dadurch, dass die Belagerten noch genug Vorräte hätten, verloren die Geduld und zogen davon. Seitdem ist der Esel das „Maskottchen“ der Stadt Neuffen.

Der württembergische Herzog Karl Alexander wollte den Hohenneuffen im 18. Jahrhundert zu einer Festung nach französischem Vorbild ausbauen; er starb aber vor der Vollendung, sein Nachfolger Carl Eugen gab den Plan angesichts der hohen Kosten und des zweifelhaften militärischen Nutzens bald auf. 1793 wurde die Schleifung der Festung und der Verkauf der Baumaterialien beschlossen. Ab 1795 wurde sie nicht mehr genutzt und 1801 endgültig zum Abbruch freigegeben. Dieser begann dann zwei Jahre später. Die Bewohner der Umgebung waren froh über das günstige Baumaterial. Erst ab 1830 begann man, die Reste zu sichern, in den 1860er Jahren wurde die Ruine zugänglich gemacht. 1862 wurde im Gebäude am oberen Burghof eine Gaststätte eingerichtet.
Wie andere Festungen auch diente der Hohenneuffen stets als Landesgefängnis, in dem wichtige Gefangene festgesetzt und falls notwendig auch gefoltert wurden. Die Schicksale einiger sind bekannt. Ein junger Graf von Helfenstein, Friedrich, stürzte sich 1502 bei einem Fluchtversuch in den Tod. 1512 ließ Herzog Ulrich den Abt des Klosters Zwiefalten, Georg Fischer, hier festhalten. Auch der hochbetagte Tübinger Vogt Konrad Breuning war 1517 der Willkür des Fürsten ausgesetzt und wurde nach Kerker und Folter in Stuttgart enthauptet. Im 17. Jahrhundert ereilte Matthäus Enzlin, den Kanzler Herzog Friedrichs, ein ähnliches Schicksal. Im Jahr 1737 wurde Joseph Süß Oppenheimer, der jüdische Hoffaktor und persönliche Finanzberater des Herzogs Karl Alexanders, einige Wochen auf dem Hohenneuffen eingekerkert, bevor er auf die Festung Hohenasperg verlegt wurde und 1738 als Opfer einesJustizmordes vor den Toren Stuttgarts hingerichtet wurde.

Im Zweiten Weltkrieg war der Hohenneuffen Fliegerwache.” (Wikipedia)

Vervallen en opgeknapt na de oorlog, waar de zgn. Hohenneuffen Schauplatz op 2-8-1948 diende als drielanden conferentieplaats, waar de statelijke vereniging voorbereid werd, die in 1952 leidde tot de stichting van Baden-Württemberg.

Mooi weggetje naar boven door de bossen met haarspeldbochten. Hoge bomen, veel hoge bomen. Nog een stukje omhoog, de burcht in. Magnifiek uitzicht..

Bad Urach

15.08.2015

Blog

Die ‘Uracher Wasserfälle’, een must voor elke wandelaar en natuurliefhebber! Geweldig wat een natuurgebied daar in de bergen van Bad Urach. Een waterval met erboven een biertuin, hoe goed wil je het hebben? Heb je de toch al steile watervalberg beklommen, krijg je als beloning een biertuin met een groot glas koud bier.  Grillwurst erbij! Genieten kan zo simpel zijn…

En daarna weer verder omhoog, de wandelpaden door het prachtige groene bos en dat goed op je in laten werken……..

Groen is een mooie kleur en het bos is een Godsgeschenk; ‘Grüß Gott!’ zeggen wandelaars dan ook als je die tegenkomt.

Het dorpje Bad Urach is ook zeer de moeite waard met haar prachtige vakwerkhuizen….

Baden Baden

12.08.2015

Blog

Een rijke stad, dat Baden Baden. Een van Europa’s mooiste casino’s bevindt zich hier, ik hoorde veel Russich om me heen. Maffia denk je dan met die lage Roebelstand op dit moment, maar mijn vriend wist me te vertellen dat veel Russen ‘in de goede tijd’ onroerend goed hier hebben aangekocht.

Veel Chinezen bleven, bang voor zonnestralen op hun huid, in het binnenbad van het thermisch bad Caracella.  Oliesjeiks liepen in de chique winkels van de binnenstad te shoppen totdat het Casino openging,  meestal gevolgd door drie, vier vrouwen in boerka’s met wat kinderen eromheen.

Vanaf de berg Merkuy hadden we een schitterend uitzicht over Baden Baden.  Paragliders vlogen de lucht in van de berg. Het was warm, 34 graden.

We zaten op een terras met uitzicht tussen veel toeristen, de oliesjeiks deden zich te goed aan kip en cola. De rest hield het op bier en worst. De meeste gasten lieten zich, na goed  te hebben gegeten, met de lift weer naar beneden brengen. Wij hadden maar een enkeltje naar boven, want we wilden naar beneden wandelen. Lekker dat wandelen in de bergen, al is naar beneden gek genoeg zwaarder dan naar boven lopen, merkten we.

Het thermisch bad Caracalla ligt er niet ver vandaan, op de berg. De entree was nogal prijzig, maar het zwemmen en de sauna waren bijzonder prettig op deze benauwde dag.

Karlsruhe

4.08.2015

Blog

Het was heet, 34 graden en al een maand lang droog. Niettemin reden we rustig Stutensee in, het deel van Karlsruhe waar mijn vriend Georgie en zijn vrouw Franzeska wonen. Het weerzien was hartelijk, Franzeska’s vader uit Zwitserland was er ook nog. Interessante man. Professor specialisatie in de geschiedenis van Nederlands- Indië. Natuurlijk toonde ik interesse in zijn verhalen, die hij uit zijn mouw schudde alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Het tempo lag hoog en de uitweidingen waren groot. Ik kon niet alles volgen, daarvoor ging het te snel en ook in een Duits met Zwitsers accent. Wel wist ik het een en ander over de Indo-Nederlanders, dankzij Buurthuis de Brug in Amsterdam-West, waar ik vele maaltijden met hun gedeeld heb en vele verhalen hoorde. Ik vertelde de professor dan ook van de erbarmelijke omstandigheden waarmee de Indo’s (In Nederland Door Omstandigheden) te maken hadden in de jaren vijftig in Nederland. Ze moesten vanaf dag 1 werken, het pensioen waar ze verbleven werd in rekening gebracht en van hun loon ingehouden. De bootreis van Indonesië naar Nederland moesten ze zelfs terugbetalen! Tsja.

Maar nu zaten we in Karlsruhe en de professor ging weer terug naar Zwitserland. Wij gingen die avond naar de ‘Stadtgeburtstag Karlsruhe 2015’. Ter gelegenheid van het 300 jarig bestaan van de stad waren er tal van activiteiten georganiseerd rond het Slot, in het centrum van de stad.

Markgraaf Karel III Willem van Baden-Durlach (16791738) stichtte de stad op 17 juni 1715 met het leggen van de eerste steen van het Slot Karlsruhe, dit slot is nu nog het centrum van de stad met een mooi park eromheen.

Op het slot werd s’avonds een lichtshow geprojecteerd, dat was op z’n Duits, groots aangepakt. Het slot leende zich er geweldig voor en het geluid en de beelden waren indrukwekkend. Natuurlijk ontbraken de mobiele bierunits van de plaatselijke brouwerijen ook niet, we lieten ons het goed smaken!

Tevens bevond zich in het park een ‘Pavillon’, een bühne met optredens. Wij mochten getuige zijn van een groep die heel redelijk het geluid van Pearl Jam wist te maken en daarna werd het nog beter met een groep met zangeres die ‘Smooth operator’ van Sade zong. Tot slot nog een spetterende uitvoering van de hit ‘Uptown Funk’ van Mark Ronson. Ja, leuk hoor.

Interessant ook dat het Pavillon alleen voor dit festival tijdelijk gebouwd is met materiaal dat na afbraak weer gebruikt gaat worden voor andere bouwprojekten in de streek, zoals kinderdagverblijven en banken in parken.

De volgende dag maakten we nog een wandeling door het centrum en bezochten we Durlach, waar we met een kabelbaan omhoog gingen en een mooi uitzicht hadden over de stad.