Nederlands leraar

Beoefende sporten 2

20-05-2020

Blog

Skieen, Schaatsen, Wandelen, Skeeleren, Rodelen; ook nog beoefende sporten waar ik veel plezier mee heb gehad. Schaatsen, dat deden we vroeger op de ijsbaan van het dorp, het was nog in de tijd dat het ’s winters steevast vroor en sneeuwde. Schaatsen dus, op Friese doorlopers die je onder je schoenen moest binden. Koek en zopie. Warme chocolademelk kan ik me nog goed herinneren. We waren een jaar of 10 en hadden al veel pret met inzepen van elkaar, dus met sneeuw vooral de meisjes sneeuw op hun gezicht en hoofd plakken en dan wegschaatsen want dan wilden ze hetzelfde bij jou doen.
Urenlang konden we daarmee bezig zijn, als het donker werd zo tegen 6 uur, gingen we naar huis. Met rode gezichten en in een uitgelaten stemming. Heerlijk, dat schaatsen. In de opeenvolgende jaren was er telkens ijs in de winter. Toen ik net in Amsterdam woonde, heb ik op de Zondagen nog op het Flevomeer geschaatst, op hoge Noren inmiddels. Ik was geen goede schaatser maar ook geen slechte. Ik vond het al heel wat om in een rustig gangetje over het ijs te gaan, het hoefde niet zo snel.
Op de Herengracht het ik ook nog geschaatst, dat ik inmiddels tien jaar geleden. Of ik nog eens zal schaatsen valt te bezien, in geen jaren meer ijs in de winter gehad, mijn schaatsen staan al bijna te roesten. Ik zal ze nog eens goed oppoetsen. Misschien nog eens, wat ik vroeger ook wel deed, naar de kunstijsbaan?

Rolschaatsen en skeeleren heb ik ook een paar keer gedaan. Op rolschaatsen met vier wieltjes als kind en als 35 jarige meneer in München wonend op de skeelers, met drie wieltjes. Samen met het zoontje van mijn vriendin, die toen een jaar of tien was. De goede balans vinden was essentieel. Ik heb er te weinig mee geoefend om er echt goed in te worden. In die jaren zag je ’s zomers grote groepen skeelers.

Skiën is een heel ander verhaal. We gingen vroeger, van mijn 7e tot mijn 15e, elk jaar skiën in Oostenrijk. Hotel Stern in Imst, Tirol. Het eerste jaar, ik was 7 jaar, brak ik op de derde dag mijn been en lag ik in het ziekenhuis in Oostenrijk. De volgende jaren ging het steeds beter met skiën, we hadden ook elke dag ski lessen en leerden snel. Toen ik 20 jaar later in München woonde, gingen we vaak op Zondag skiën. Het ski gebied was maar een half uurtje bij ons vandaan. Als je dan 4 uur geskied had zonder pauze, was het wel genoeg en ging je moe en voldaan naar huis. Verschillende keren ook naar Oostenrijk – Skiwelt ‘Wilder Kaiser’ Brixental – gegaan om daar te skiën. ’s Ochtends vroeg weg, dan stond je om half 9 al op de berg. Niks mooiers dan een zonnige, besneeuwde berghelling zonder toeristen, want die kwamen pas om 10 uur en dan moest je lang in de rij staan voor de lift. Uitkijken over de helling, met alleen maar sneeuw, de zon op je gezicht, de frisse berglucht inademen en dan gaan met die banaan. Ik ben geen goed geoefende skier, maar ik kan het best aardig. Net als schaatsen.

Wandelen deden we ook vaan in München, en dan met name in de Alpen; Chiemsee, Starnberger See, Rosenheim, Berchtesgaden. Bergwandelingen, soms met de kabelbaan omhoog en dan naar beneden lopen. Vaker de berg omhoog lopen, een uurtje of 4, 5 soms 6. Dan kwam je op de top, meestal was daar een terras bij een restaurant met prachtig uitzicht. De zon scheen, je voelde je benen. En dan een groot glas ijskoud bier. Genieten!

In 1985 nog met mijn zus en ouders op vakantie naar Sell am See in Oostenrijk geweest, in de zomer. Toen al gerodelt, met mijn vader en zusje.
Rodelen is heel leuk, vorige zomer in Steinbach am Attersee in Oostenrijk. Daar hebben we nog gerodeld.
Je gaat in een noodgang de berg af op de rodelbaan, in een klein karretje, met een rem. Geweldige ervaring.