Nederlands leraar

De moppenwinkel

15-04-2012

Blog

Amersfoort had een moppenwinkel, een feestwinkel. Bestierd door een kale tweeling die de pensioensgerechtigde leeftijd reeds ruim had overschreden en er tot in de puntjes verzorgd uitzag in hun driedelige kostuum. Een bezoek aan het door de tweeling al meer dan vijftig jaar bedreven winkeltje was een belevenis op zich. Het kleine winkeltje hing stampvol met maskers, slingers en allerlei feestartikelen, maar het leukst waren de ‘geinmakers’, de dingen waarmee je iets kon beleven en waarom je moest lachen. De heren namen uitgebreid de tijd voor je en verklaarden je vol overgave en gedetailleerd de verschillende ‘geinmakers’ uit het ruime assortiment. De twee vulden elkaar aan in hun uitleg en lachten zelf ook hard om zichzelf en elkaar, wat het betoog nog levendiger maakte.
Het assortiment bestond o.a. uit;
– ‘De Bril’ – een bril waarmee je, als je hem opzet, de mensen zonder kleren zag. Dat beweerden althans de heren.
– ‘De afgehakte vinger’ – een bloederige plastic afgehakte vinger, tevens ‘nepmuizen, spinnen en slangen.
– ‘De suikerklontjes’- als je ze in een kop thee deed kwam een spin, vlieg of wurm bovendrijven.
– ‘Het skeletje in een doodskistje’ – een skelethandje stak eruit. Als je er een gulden in gooide, dan ging de deksel van het doodskistje open, kwam het skeletje omhoog, maakte een buiging en ging met de gulden in z’n hand weer liggen in de doodskist.
– ‘De scheet’ – een van de broers toonde een platte rubberen ballon die hij half opblaasde, de andere broer vroeg intussen; ‘Wilt U er niet even bij gaan zitten? Hier heeft U een stoel’. Terwijl je ging zitten legde hij snel de ballon op de stoel, waardoor de ballon het geluid van een knetterende scheet liet horen.

Vooral ‘de scheet’ was een klassieker. Ideaal voor saaie bedrijfsuitjes, schoolavonden en verjaardagen.

Viel er tenminste nog te lachen.