Nederlands leraar

De Valleirenners

22-06-2012

Blog

Was de naam van de plaatselijke wielrenners- club die in rode trainingspakken reed met de naam van het bouwbedrijf van mijn vader erop, die sponsor was. Donkerrood waren ze, die pakken. Twee zonen van uitvoerder Sas zaten er ook op. Ze deden ook mee aan wedstrijden. Op een dag zag ik een zoon van Sas trainen op een home- trainer, met een vertrokken gezicht; hij verrekte van de spierpijn. Wielrennen was geen pretje, zoveel was me duidelijk. Er werd een groepsfoto gemaakt met de nieuwe rode trainingspakken op het bedrijfsterrein van mijn vader. Hoewel ik nog nooit op een racefiets had gezeten, kreeg ik toch een trainingspak en een racefiets. Enigszins beduusd stond ik met rood trainingspak en met mijn zojuist gekregen racefiets tussen de wielrenners. Eigenlijk kon het niet, ik deed maar net of ik een echte wielrenner was en hoopte niet op te vallen, hoewel ik de jongste was. Ik keek naar de andere wielrenners, hoe die keken en probeerde met net zo’n onverschillige blik naar de fotograaf te kijken. Ondertussen schudden met mijn pony zodat mijn haar een beetje over mijn wenkbrauwen kwam, zoals ik had gezien op teevee bij de Monkees, die deden dat ook en dat was best wel stoer. Maar o schrik, daar kwam mijn moeder ineens op me af, met een natte spons streek ze mijn pony opzij en maakte van de door mij gewenste stoere wielrenner met pony ineens een kindje van mama die zijn haartjes netjes moet hebben voor de foto. ‘Zo, nu zit je haar tenminste niet in je gezicht’, zei ze onder luid gelach van de overige wielrenners. Wat een afgang. Met het wielrennen ging het al niet veel beter. Nadat ik de groep bij de start nog redelijk bij kon houden, gingen ze opeens veel sneller en was ik ze al snel kwijt. Ik fietste een beetje door en ging even op een bankje zitten langs het bospad. Prachtig die bomen en die wolken, ik sluitte mijn ogen voor de zonnestralen die mijn gezicht verwarmde.
‘Hee Harry, waar was je nou? ‘ hoorde ik de zoon van Sas roepen, die de opdracht had gekregen om me op te zoeken. Ik schrok, zei dat ik ze kwijt was geraakt en fietste met hem mee naar huis.

De volgende dag stond er een foto in de krant van de Valleirenners. Bij nauwkeurige bestudering bleek het dat ik als enige niet stond te lachen. De rest van de groep was aan het schateren, dat was goed te zien. De foto was genomen kort nadat ik de veeg met de spons over mijn pony had gekregen.