Nederlands leraar

Druivenplukken

30-05-2012

Blog

M’ n vriend Fred en ik hadden het plan opgevat om druiven te gaan plukken. Bij de Franse ambassade in Den Haag kregen we het adres van een boer in Igé bij Macon in Zuid- Frankrijk, die druivenplukkers zocht. In Oktober konden we drie weken plukken. Kost en inwoning, alsmede een loon van 60 francs per dag werd in het vooruitzicht gesteld. Via jeugdherbergen in Luxemburg, Dijon en Lijon kwamen we op het station van Macon, waar we met behulp van het boekje ‘Hoe zeg ik het in het Frans?’ aan voorbijgangers de juiste bus naar Igé wilden vragen.

‘Excusez-moi, ou est le départ d’Autobus pour Igé?’ , door ons zo ongeveer uitgesproken als;
‘Ekskuseemwa, oe et le deppar dautobus poer Igé?’. Waarschijnlijk met de verkeerde klemtoon en intonatie, want niemand begreep ons. Uiteindelijk zagen we op de voorkant van een bus Igé staan, daar stapten we dus maar in. We waren vroeg, totdat de andere druivenplukkers er waren, konden we helpen met het opbouwen van de stapelbedden en het klaarmaken van de karren die achter de trekkers werden gehangen om de plukkers naar de velden te brengen.

Na een week kwamen de anderen. Als eerste een paar jongens uit Eindhoven met een gitaar. Ze waren op de fiets gekomen. Verder Engelsen, Canadezen, Amerikanen, Duitsers en een paar Fransen. Tenslotte een complete familie uit Portugal, van kleinkinderen tot grootouders waren present, in totaal 14 personen. De reden van deze volksverhuizing aan Portugezen, aldus de zoon van de boer; de familie had zich het doel gesteld met druivenplukken een kleurentelevisie bij elkaar te verdienen.

S’ morgens half zeven stonden we tussen lange banen van halfhoge struiken op een helling druiven af te knippen. Om half negen tien minuten pauze. Kisten met wijn en water werden voor ons neergezet en chocolade verdeeld. De jongens uit Eindhoven dronken gretig van de wijn, ik wachtte nog even, wetend dat alcohol me langzamer zou maken. Je moest wel doorwerken, want als je telkens de meest langzame was, werd je weggestuurd en kon je naar huis gaan. Zingen en elkaar met druiven bekogelen was de remedie om de stemming erin te houden onder het plukken. Aan het eind van de dag werd ieder van ons wel eens in de container met druiven gegooid. Bij de ‘coöperation’, mochten we al gratis van de frisse, jonge wijn tappen uit een vat, waarvan gretig gebruik werd gemaakt. De avonden verbrachten we in een van de drie cafés die het dorp rijk was. De kater die we hadden de volgende ochtend werd verholpen door bij de eerste pauze een flinke slok wijn te drinken.
Er was trouwens veel wijn. Al voordat het druivenplukken begon, hadden Fred en ik samen al een fles wijn burgemeester gemaakt en was ik voor de eerste keer goed dronken geworden. Verder was er bij het middag- en bij het avondeten water en wijn op tafel.

Met de jongens uit Eindhoven op de gitaar, studeerden we een ‘Grape-pickin’ Blues’ in met meerstemmige zang. We zongen dit lied met groot succes de laatste avond in de cafés van het dorp. Het ging als volgt;
‘This is very simple blues, This is grape-pickin’Blues’ (3x gitaar en handgeklap) We went down on our knees, yes down on our knees (3x gitaar en handgeklap) – The Boss is so tall and we were so small’ (3x gitaar en handgeklap)

Een aantal keren herhaald, deze klaagzang. Er zo dramatisch mogelijk bij kijken.

De volgende dag kregen we ons geld en een lunchpakket voor onderweg. Ons doel was Taizée, waar zich op een berg een klooster bevond waar je gratis kon eten en overnachten. Dat sprak ons wel aan.
Dat je nog een gesprek met een pater moest hebben namen we op de koop toe. We sliepen op stapelbedden en kregen redelijk te eten, wel veel minder als bij de boer. Maar toch besloten we een paar dagen te blijven en eens goed om ons heen te kijken. Klokkengebeier kondigde het begin van de kerkdienst aan. De kerk had een zeshoekige vorm. Bij binnenkomst moest ieder zijn of haar schoenen uitdoen en in een grote kring gaan zitten op de grond. We kregen een kaarsje aangereikt. In het midden van de kerk speelde een koor met band verrassend mooie gospelmuziek. Op een gegeven moment vroeg de priester iedereen zijn of haar kaarsje aan te steken en twee minuten stil te zijn. Het was zo stil dat je een speld kon horen vallen. Honderden brandende kaarsjes. Kerkdiensten hadden altijd weinig indruk op me gemaakt, maar dit was een religieuze belevenis van een ongekende schoonheid en intensiteit.