Nederlands leraar

Elementaire deeltjes

14-02-2022

Blog

Michelle Houllebecq is geen makkelijke leeskost in hapklare brokken. Tijdens het lezen van ‘Elementaire deeltjes’ betrapte ik me er af en toe op dat ik geen idee had wie de verteller was, want dat zijn er verschillende. Bij de soms lange woordenstromen met chemische denkformules en diepe filosofische beschouwingen raakte ik totaal de draad kwijt. Hetzelfde had ik vroeger met de boeken van Harry Mulisch. Ik herinner me dat ik van het boek ‘Het Zwarte Licht’ geen bal begreep, maar toch was het boeiend. Mooi geformuleerde zinnen, satire, humor, filosofie en zwartgalligheid wisselden elkaar af.

Liefde, genot en de dood en pijn komen telkens weer naar voren in de boeken van Houllebecq. Dat constateerde ik al in ‘Platform’, ‘de Kaart en het Gebied’, ‘Serotonine’ en ‘Onderworpen’. De thema’s zijn zwaar, maar worden vaak op zo’n lichte manier beschreven, doorspekt met seks, ironie, satire en welsprekendheid. Ze komen terug in de talloze dialogen. Ook ‘Elementaire deeltjes is daarmee, zoals Julian Barnes het zo treffend formuleert op de achterzijde van het boek; ‘Een roman die op groot wild jaagt terwijl anderen genoegen nemen met konijnen’. Een boek dus met de grote vragen van de zin van het leven.

Aan het eind van het boek komt vertaler Martin de Haan aan het woord en dan pas vallen de puzzelstukjes ineen. Tenminste bij mij.
Het boek gaat over ‘verstrengeling’. Djerzinski’s ‘Beschouwing van de verstrengeling’, waarin de belangrijkste lijnen van de roman samenkomen:
De onjuiste voorstelling van de ruimte als gapende leegte, de fatale gevolgen ervan (angst, isolement, lijden) en de mentale omwenteling waar dit om vraagt, zodat de ruimte alsnog kan worden ervaren als volheid.

Aldus de Nederlandse vertaler van het boek. De hoofdrol van het boek is weggelegd voor de vrouw. Volgens een beroemde uitspraak van Karl Marx is in een wereld zonder god de mens de toekomst van de mens, met een al even beroemde uitspraak corrigeert de Franse surrealist Louis Aragon de Duitse denker: niet de mens/man (het Franse woord ‘homme’ betekent hetzelfde) is de toekomst van de mens, maar de vrouw.
De schrijver Aldous Huxley van het boek ‘Brave New World’ beschreef al een toekomst van een nieuw soort mens, door biotechnische vooruitgang gemaakt. Een mensheid die geen eenzaamheid, pijn en lijden meer zal kennen. Over Huxley wordt ook gesproken door Michel Djerzinski, de biotechnisch onderzoeker uit het boek.

‘De onsterfelijke, gelukzalige nieuwe soort waardoor de mensheid zichzelf ruim dertig jaar later zal vervangen op grond van zijn onderzoeksresultaten, is bevrijd van alle nare trekjes die voorvloeien uit het bestaan als individu; geldingsdrang, heerszucht, wedijver, afgunst, egoïsme, liefdeloosheid’.

‘En laten dat nu net trekjes zijn die als typisch mannelijk te boek staan, terwijl de tegenhangers ervan; liefde, toewijding, altruïsme, opofferingsgezindheid eerder als vrouwelijk worden gezien’.

In het ziekenhuis van Meaux, waar zijn grootmoeder op sterven ligt, raakt Michel Djerzinski voor het eerst van dat besef doordrongen;
‘Zulke mensen hebben bestaan, historisch gesproken. Mensen die hun hele leven werkten, hard werkten, louter uit toewijding en liefde; die vol toewijding en liefde letterlijk hun leven aan anderen gaven; die zich in feite geen andere levenswijze konden voorstellen dan vol toewijding en liefde hun leven aan anderen te geven. In de praktijk waren die mensen over het algemeen vrouwen’.

‘Het is dus logisch, dat in Houllebecqs overige werk, een zekere spanning bestaat tussen het typisch menselijke en het typisch vrouwelijke’.
Aldus Martin de Haan, in zijn nawoord ‘Verstrengelingen’ van Houllebecq.