Nederlands leraar

Hassan uit Togo

22-05-2012

Blog

In de hoedanigheid van Hausmeister in München mocht ik samen met mijn collega Hassan uit Togo een woning ontruimen. Een ‘Wohnungsentrümpelung’. Op de Karl Marx Ring. De concierge van de flats opende me s’ ochtends de deur met als commentaar:
‘Iranese asielzoekers’.
Ik schrok toen ik de woning van binnen zag:
Over de bodem verspreid lagen stukken kleding, toiletartikelen, speelgoed en allerlei gebruiksvoorwerpen. De keuken vol stinkende etensresten.

‘Alles hebben ze nieuw gekregen: koelkast, gasfornuis, meubels en vloerbedekking. Kijk maar hoe het eruit ziet. En wie moet dat betalen? Juist ja, degene die werken zoals u en ik. Begrijpt u het nog? Die familie is hier een jaar lang door de Duitse staat verzorgd en is naar Australie gegaan’.
De stem van de concierge klonk verwijtend, agressief, verergerd en ironisch. Twintig jaar geleden was hij zelf uit Griekenland gekomen, ‘uit de tijd dat men nog uit het buitenland kwam om te werken’, zoals hij vertelde.

Hassan uit Togo in West-Afrika. Vier jaar geleden was hij naar Duitsland gekomen met vrouw en vier kindertjes. Werkeloos, zo nu en dan een tijdelijke job. In Togo heerst al dertig jaar dezelfde dictator en grote armoede. Men spreekt er Frans. Er bestaan goede contacten tussen Beieren en Togo sinds twintig jaar geleden de bijzonder geliefde dikke, conservatieve beierse president Franz Joseph Strauss met de Togoose dictator goeie vriendjes was. Hassan was vluchteling ‘van de burgeroorlog in Togo’ zei hij. Hij was lid van twee voetbalclubs in München, een zwarte en een witte. Het zwarte team bestond voornamelijk uit Afrikanen en het witte uit Oost-Europeanen.
Hassan wil graag in München blijven, maar of het lukt is nog de vraag. Elke zes maanden moet hij z’n verblijfsvergunning verlengen.
Een vaste baan kan hij niet krijgen omdat hij geen onbeperkte verblijfsvergunning heeft en een verblijfsvergunning krijgt hij niet omdat hij geen vaste baan heeft. Dus helpt hij voor een tientje per uur mee om woningen van andere asielzoekers leeg te ruimen. Van dat soort die voor hem de sfeer verpesten.

Op weg naar huis zag ik een sticker op een lantaarnpaal bij een zebrapad. Het betrof propaganda van een extreem- rechtse partij in Duitsland.
Er was een opstijgend vliegtuig op afgebeeld, waaronder de tekst:

‘Als wij komen, vliegen anderen’.