Nederlands leraar

St. Martin-Vésubie – 1971

26-04-2012

Blog

We gingen op zomervakantie naar Zuid-Frankrijk, St. Martin- Vésubie, een mooi bergdorpje nabij de Cote d’Azur. Het waren gouden tijden, de rijke jaren zeventig; Pa had zojuist een snoek aangeschaft, ook wel strijkijzer genoemd, de mooiste Citroen ooit gebouwd. De blikken appelmoes werden zorgvuldig opgestapeld achterin de koffer. De auto achterbank was bezet door mij, twee broers en een zusje. Na een nacht rijden met afwisselend pa en ma als chauffeur, kwamen we de volgende dag in het hotel aan. Bij het avondeten werd al snel duidelijk waarom we de blikken appelmoes hadden meegenomen. Dit schepte ik en mijn broers en zus over het franse eten zodat het tenminste nog smaakte. Elke avond stond ik met een blik appelmoes van Hero bij de keuken te vragen het te openen met een blikopener.

Overdag gingen we met de snoek door de haarspeldbochten naar het strand, een belevenis op zich. Op het strand installeerden we eerst mijn moeder die het liefst de hele dag lag te zonnen met een ligstoel en een parasol. Wij verbrachten de meeste tijd met het varen op watertrapboten en de zogenaamde ‘Gondola’, een witte platte boot in de vorm van een gondel, voorzien van peddels. Daarnaast hadden we ook nog een opblaasboot meegenomen. Na twee dagen had mijn ene broer een knalrode rug die moest worden ingesmeerd met uienzalf.

S’ middags aten we op het strand op een terras onder een rieten dak. Gebakken visjes met salade en limonade. S’ avonds op de boulevard gingen we flaneren, zo heette dat. Ik vond het wel wat hebben, dat flaneren. Tal van afrikanen boden hun waar aan, houten maskers en tassen. Voordat ik er erg in had zat er een aapje op mijn schouder en werd er een foto van mij en het aapje gemaakt. Ik zag de foto niet lang geleden nog eens in het foto – album. Het aapje keek een beetje verschrikt en ik had nog een suikerachtige bol niet helemaal opgegeten, mijn mond zat vol en ik kon de suiker niet eens van mijn lippen afvegen, zo snel ging het.

Het stoerste was het waterskiën. Behoorlijk spectaculair vonden we dat, mijn broers en ik. Op brede ski’s met een touw achter een motorboot aan. Ik vond het niet eens zo moeilijk, kwestie van goed vasthouden en rechtop blijven staan.