Nederlands leraar

Toen Sinterklaas nog leuk was.

14-11-2020

Blog

Spannende tijd was het toch, Sinterklaastijd. Half november begon het al, dan kwam hij aan op televisie. Met de hoofdpiet gespeeld door Piet Römer, die vol met grapjes zat. Maar Sinterklaas kwam ook in ons dorp. Op een wit paard, een stel zwarte Pieten om hem heen, die de kinderhandjes met pepernoten en schuimpjes vulden. De kindertjes stonden al een uur te wachten, velen hadden een tekening in hun hand om aan Sinterklaas te geven.
De zwarte pieten deden grappige dingen; ze sprongen in het rond en huppelden op en neer. Een soort clowns die alles en iedereen voor de gek hielden. Als kind keek ik ernaar met verbazing en ontzag; die Pieten, die durfden wel veel.

Bij ons thuis werd dubbel Sinterklaas gevierd; één keer voor het bedrijf en één keer privé.
Privé herinner ik me nog goed de spanning als je ’s ochtends in je schoen mocht kijken, om te zien of Zwarte Piet er wat in gedaan had. De zak met cadeautjes die langzaam voller werd in de weken voor 5 December.
De voorbereiding van de Surprises met gedicht. Het gedicht waarin je alles kon zeggen over je broer, zus, vader of moeder, zonder dat hij of zij wist wie het geschreven had. Ik schreef trouwens gedichten van een paar A viertjes, dus niet van dat benauwde. Datzelfde gold voor de surprises, waar soms wekenlang aan gewerkt werd. Het zorgde voor veel hilariteit en schaterlachen op Sinterklaasavond bij ons thuis.
Op 5 December aten we ’s avonds altijd Boerenkool met worst, spek, zilveruitjes, augurkjes, piccalilly, mosterd. Dus het hele pakket. Biertje erbij. Gezellig.

Later op de avond werd na een paar surprises een pauze ingelast voor warm gevulde speculaas en Glühwein. Natuurlijk stonden de schaaltjes met pepernoten al klaar. Een chocoladeletter zat steevast in het pakket. Sinterklaasliedjes werden, toen we nog klein waren, natuurlijk hardop gezongen. Daarna zette mijn moeder de plaat met Sinterklaasliedje op van de Damrakkertjes.
Bij het Sinterklaasfeest van mijn vaders bedrijf heb ik een aantal keren voor Zwarte Piet gespeeld, dat vond ik eigenlijk erg leuk, want je kon zo gek doen als je wilde. Er waren twee varianten; we gingen bij het personeel op bezoek of het personeel kwam op het bedrijf. Mijn taak als Zwarte Piet was het vasthouden van de staf en het boek van Sinterklaas, de kinderen snoepgoed geven en hardop meezingen met de sinterklaasliedjes. Het begon natuurlijk altijd steevast met ‘Sinterklaasje kom maar binnen met je knecht, want we zitten allemaal even recht’. Dan ‘Zie ginds komt de stoomboot’, Sinterklaas Kapoentje en al die andere liedjes. Kinderen zongen soms ook een liedje voor Sinterklaas. Dat deden sommige kindertjes vol overgave, anderen waren ineens heel verlegen als ze bij de Sint moesten komen. Dan bleven ze op veilige afstand staan en kwam er geen woord uit. Dan was het mijn taak om ze op weg te helpen met zingen, soms hielp het maar soms bleven stil en dan gaf ik ze wat snoepgoed en kregen ze hun cadeautje toch wel.

Bij het bezoeken van het personeel ging het anders. Daar werd Sinterklaas menig borreltje aangeboden, naarmate het aantal bezoekjes verstreek vertoonde Sinterklaas een steeds vreemder gedrag. Ook nam hij het niet zo nauw meer met de teksten uit het grote boek en verzon hij ter plekke allerlei verhaaltjes die hem te binnen schoten, hetgeen voor veel verbazing onder de ouders zorgde.

Het Zwarte Piet outfit zag er mooi uit; fel paars met roze, een zwarte krullenpruik, gouden oorringen en rode lippen. De broek was een pofbroek, eronder had je een maillot aan. De pruik begon na een uurtje wel te kriebelen, dus als we op huisbezoek gingen deed je die in de auto snel af.
Sinterklaas spelen is een heel ander verhaal; dan moet je langzaam lopen en praten met een zware stem. Je hele bewegingsmotoriek moest rustiger dan je gewend was. Nu zou ik het er waarschijnlijk makkelijker vanaf brengen dan destijds, toen ik als 18 jarige voor Sinterklaas speelde. Ik weet nog goed hoe die baard kriebelde, om gek van te worden. De kinderen mocht je dat natuurlijk niet laten merken, die geloofden natuurlijk in de goedheiligman. Maar soms, op een onbewaakt ogenblik, kon je toch even snel met je hand onder de baard krabben tegen de jeuk.