Nederlands leraar

Kerst en oud en nieuw, part 2

26-12-2020

Blog

De kerstboom optuigen, wie mag de piek erop zetten? Een echte kerstboom, geen kunstboom. Kerststol met roomboter. Versgeperste sinaasappelsap. Croissantjes.

Het kerstdiner; garnalencocktail of schildpaddensoepje vooraf. Ossehaas met spinazie a la creme, aardappeltjes met jus. Rode wijn. Als toetje ijs met slagroom en geflambeerde kersen. S’ avonds was er meestal geen bal op tv. Zaten we een beetje met tegenzin naar het Kerstcircus van Monaco te kijken.

Op Oudjaar was het natuurlijk tijd voor oliebollen en appelflappen, die mijn moeder in de garage bakte. Veel poedersuiker erop, lekker maar na een bol of drie, vier zat je echt vol.

Dan het vuurwerk; knallers en vuurpijlen. Veel te laat naar bed. De oudejaarsconference van Wim Kan, Paul van Vliet of Toon Hermans. In de jaren 80 was het Freek de Jonge wat de klok sloeg op oudjaar. Freek, ik keek er wel naar en soms moest ik wel eens lachen, maar echt begrijpen waar het over ging deed ik nooit. Echt leuk vond ik hem eerlijk gezegd niet.
Elk jaar zat je weer met hem opgescheept; Freek de jonge op oudejaarsavond. Kwam je bij vrienden, stond Freek weer te schreeuwen op de buis. Ik zat zijn shows altijd geduldig uit, wachtend op een leuke grap of sterke anekdote; helaas waren die momenten zeldzaam. Schijnbaar niet bij mijn vrienden, want hij werd de hemel in geprezen; Freek was heilig.

Op Nieuwjaarsdag skispringen op tv.

Altijd slaapverwekkend gevonden, dat skispringen. 1 keer is leuk, maar urenlang sprongen de skispringers, soms in iets andere variatie, dan de benen naast elkaar, dan de benen gespreid. En de ene kwam een paar meter verder dan de andere, maar veel verschil zat er niet bij. Veel gapen en half slaperig naar de mistige beelden uit Garmisch Partenkirchen kijken. Dat kan ik me herinneren van de nieuwjaarsdag. Restjes van knallers, rotjes die je op straat vond, waar nog een kort lontje aan zat.

Kerstpakketten. Een paar flessen wijn, meestal zuur. Een kerststol, meestal te hard. Schokoladebonbons met likeur en meer totaal overbodige troep.

Kerstdiners. In Munchen werkte ik bij een call center ‘Jafra Cosmetics’; gingen we eten in een ‘Stube’; hing er een heel varken aan een spit te braden. Schweinebraten met Rotkohl. Wel heel erg lekker.

In Frankrijk bij mijn Franse vriendin en bij haar moeder werd goed uitgepakt. Daar zat je op de Reveillon, de nacht voor Kerst, met een ‘Foie Gras’ beginnen, bij een frisse witte wijn.
Dan een aantal gangen; entree met soep of salade. Dan ‘Fruits de Mer’ met ‘Coquilles St. Jacques’. De hoofdschotel met een rollade, dan de kaasschotel, daarbij een goede Bourgogne. Inmiddels waren er een paar uur verstreken en wilde je met de hond gaan wandelen om de benen eens te strekken. In Nederland was ik niet gewend om uren aan tafel te zitten. Kwam je terug was het tijd voor de taart of gebak met ijs en champagne. Als je dan al in beschonken toestand je Franse woorden kwijt was, hielp de digestif je daar wel bij. Zo, die zakte even lekker naar binnen!

Om een uurtje of 4-5 ging je dan naar bed, om de volgende dat om 12 uur met een houten kop wakker te worden. Om 13 uur lunch, met de tv aan. Altijd was er die quiz met de ietwat gezette presentator, Jacques Martin heette hij geloof ik. Die quiz was altijd opgevuld met wat zogenaamd lollige anekdotes die de presentator ten beste gaf.
Dan volgde vrijwel altijd een playbackend lullig zangeresje of popgroepje die de boel muzikaal mocht opfleuren, altijd in het Frans zingend.

Kerstfilms vond ik altijd bijzonder vervelend, kan me geen kerstfilm herinneren die ik echt leuk vond. Dan Toen we nog klein waren, een jaar of tien, gingen we wel eens in de Kerstvakantie naar de bioscoop; de ‘Tien Geboden’ en ‘Ben Hur’ maakten een verpletterende indruk op mij. Een paar jaar geleden zag ik een ‘ remake’ van Ben Hur. Mooi, maar het maakte veel minder indruk dan toen in de bioscoop.

Is denk ik wel vaker zo, ook het eerste concert van Led Zeppelin. Beter zou het nooit meer worden. De eerste tonen van het nummer ‘ Rock & Roll’ die door de Ahoy in Rotterdam klonken, op die januari avond in 1973, waren onvergetelijk. Alles klopte.

Ik zag de groep, mijn eerste live concert, op mijn 13e. Later heb ik nog veel concerten gezien van grote namen; Stones, Deep Purple, Pink Floyd, Uriah Heep, Status Quo heb ik meermalen gezien. Geweldige concerten, maar Led Zeppelin konden ze niet overtreffen.

Vakanties. De Mediterannee, de Cote d’ Azur, de haarspeldbochten, Juan Les Pins. De boulevard, de witte stenen, de gondola of de watertrapfiets die je kon huren en de golven waarin je kon duiken. Beter zou het nooit meer worden, de Orangida bij de versgegrillde visjes die we aten in de strandtent. Mijn vader zat te smullen van de Bouillabaise, vissoep.
Hij ging graag een stukje rijden met de auto terwijl mijn moeder lag te zonnen. Dat was niks voor hem. Liever reed hij door de haarspeldbochten de bergen in om de omgeving te verkennen.

Nu we het toch over Frankrijk hebben, mijn meest geliefde Fransmannen aller tijden;
Louis de Funes. Dat was voor ons de Fransman bij uitstek, zagen we in de bioscoop. Lachen om die man, zijn bewegingen, zijn uitdrukkingen, alles.
Charles Aznavour, groot artiest, de enige franstalige in mijn platencollectie, ik luister er nog steeds graag naar.