Nederlands leraar

Kwijt

6-06-2012

Blog

Zonnig weer, ik ga op een bankje in het park zitten lezen. Even later, de zon schijnt niet meer. Ik zet mijn zonnebril af en mijn gewone bril weer op. Ik lees verder. In gedachten verzonken sta ik op en vergeet mijn zonnebril die ik naast me op het bankje gelegd had. Thuisgekomen kom ik op het idee te gaan joggen. Dat komt goed uit, want de zon schijnt. Waar is mijn zonnebril? Op een drafje loop ik door het park, kijk naar de bank waar ik op zat en ja hoor, daar ligt hij te prijken op het bankje.

Mijn buurman had laatst zijn huisdeur dichtgedaan en vergeten zijn huissleutel mee te nemen. Nadat hij zijn huisdeur met behulp van een boormachine en ander gereedschap uiteindelijk weer geopend had, kon hij zijn huissleutels binnen ook niet meer vinden, waar hij ook zocht. Hij begreep het niet. Uiteindelijk kocht hij een nieuw slot voor 75 Euro en bouwde hem in. Een half jaar later vond hij zijn eerste sleutels terug: ze waren achter een kastje op de grond gevallen.

Mijn vriendin was als klein meisje eens met de huissleutels naar buiten gegaan en bij het spelen had ze met haar sleutels lopen gooien, steeds hoger. Uiteindelijk kon ze de sleutels niet meer vinden, waar ze ook zocht. Misschien was de sleutelbos ergens in de takken van de boom voor het huis blijven hangen, ze wist het niet. Thuisgekomen waren haar ouders natuurlijk boos en zijn ze samen nog gaan zoeken, tevergeefs.
Het werd najaar, de bladeren vielen van de bomen. M’ n vriendin liep van school naar huis. Zag ze het goed? Ja hoor, daar hing de sleutelbos aan een tak in de boom te prijken.