Nederlands leraar

Archive for juli, 2012

Maher heeft zijn zaak ‘Molen’s witgoed snelreparatiedienst’ op het A. Staalmanplein, een kleine winkelruimte met een paar bureaus, een werkplaatsje voor reparaties en een opslagkamer voor onderdelen.
Maher heeft in Egypte een achtjarige hoger opleiding koeltechniek gestudeerd, op cruiseschepen gewerkt voor onderhoud en reparaties aan scheepsmotoren en werkt sinds 8 jaar in Amsterdam. Met steun van familie kon hij een bedrijf beginnen. De naam heeft hij gekocht bij de Kamer van Koophandel. Het loopt goed nu, hij heeft zo’n tien klanten per dag en werkt zes dagen per week. Hij heeft twee meisjes in dienst die de telefoon en de administratie doen. De meeste klanten krijgt hij via zijn website, ook adverteert hij in de ‘Gouden Gids’, waar hij zo’n dertig procent van z’n klandizie van heeft, voornamelijk oude mensen die geen internet gebruiken. Zijn werkgebied ligt in de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht. Hij repareert vooral wasmachines van de merken Miele, AEG en Siemens. Dat zijn machines uit de duurste prijscategorie die wel 20 jaar mee kunnen gaan volgens hem. Soms moet er dan een nieuwe pomp of trommel in, dat is dan nog de moeite. Veel mensen kopen tegenwoordig meteen een nieuwe, goedkope machine bij de Media Markt of BCC, maar veel oudere Nederlanders willen liever eerst een reparatie. Hij komt veel bij oudere Nederlanders en verbaast zich erover dat ze vaak een grote boekenkast hebben staan thuis, ze beschikken over veel kennis, vindt hij.
Hij heeft ook wel eens klanten in Zuid- Oost, meestal Afrikanen, maar die hadden vaak geen geld om de reparaties te betalen of vonden de kosten te hoog met alle problemen van dien. Dus laat hij zijn telefoniste extra navraag doen over de betalingszekerheid als er een klant uit Zuid- Oost belde.
Een Surinamer had bij hem op kantoor laminaat gelegd. Dat duurde een week, want hij deed maar een beetje op een dag. Normaal leg je zo’n vloertje in vijf uurtjes erin, wist hij. Maar hij was wel heel vriendelijk.
Een Marokkaanse jongen was een paar maanden chauffeur voor hem en kwam toen met de vraag of hij niet in plaats van vijf, twee dagen per week kon werken. Hij had het toch best al druk met zijn wiet- plantage.
Maher had het niet zo op de jeugd,ze waren lui en gemakzuchtig geworden door internet, wilden alleen nog achter een computer zitten, sexplaatjes bekijken, facebooken en sms’en. Hij zoekt al jaren een jongen met een goede technische opleiding, maar kan die niet vinden. Alleen via een uitzendburo voor 48,50 per uur, veel te duur voor hem.

Rond 900 000 van de 16 miljoen Nederlanders leven streng naar de Bijbel en bekennen zich tot de allerstrengste geloofsvariant naar de leer van Johan Calvijn uit de 16e eeuw. De calvinisten zijn niet allen een pot nat, hun kerken zijn onder te verdelen in ‘zware’, nog ‘zwaardere’ en ‘ultrazware’. Rond 300 000 ‘ultrazware’ Calvinisten leven in de zogenaamde ‘Bijbelgordel’ die zich van de provincie Zeeland over Rotterdam en de Hoge Veluwe uitstrekt tot aan het IJsselmeer. Vanwege hun zwarte kleding worden ze ‘zwartekousen’ genoemd. In geen geval willen ze met wat ze noemen ‘tralala-evangelische’ Lutheranen en andere christelijke softies verwisselt worden. Op Zondag wordt geen autogewassen of grasgemaaid en twee maal naar de kerk gegaan.

In het geseculariseerde Nederland bevindt zich dus op de drempel van de 21e eeuw een grote gemeenschap orthodoxe Bijbelgelovigen. Hun politieke interessen worden vertegenwoordigd door de in 1918 gegronde SGP, de oudste partij van het land. De partij is voor de doodstraf en tegen vrouwenkiesrecht. Tegen sociale wetten, ook tegen de EU omdat daardoor ‘het roomse katholicisme en humanisme sterk bevordert wordt, het werk van de reformatie teniet gedaan wordt en het Koninkrijk gedegradeerd wordt’, zoals het in het partij- programma heet. Omdat Calvijns leer van de voorbestemming uitgaat, weigeren honderden van de strenggelovigen verzekeringen evengoed af als inentingen. Ze geloven in Adam en Eva, in de hemel en de hel, in een leven na de dood. Ze vinden televisie en radio ‘de beste uitvinding van de duivel sinds de zondeval’. De SGP heeft bij veel jongeren succes. Hun jeugdorganisatie en de twee andere orthodoxe christelijke parijen tellen meerdere duizenden leden. De jongerenpartij van de sociaal- democraten komen slechts op 400 leden. De jeugd wordt steeds rechtser, ze hebben geen zin meer in chaos en anarchie, in sex voor het huwelijk en dat alle mogelijk ‘moet kunnen’. De roep naar voorbeelden, normen en waarden wordt sterker. Tijdens de godsdienst worden niet-rythmische psalmen, jaargang 1773, gezongen en over de ‘Heere’ gesproken inplaats van ‘Heer’.

Wimpie van de kapper kwam met een kraai aan. Hij was tam en bleef op je schouder zitten. Hij mocht een tijdje bij mij blijven. Toen ik ermee thuis kwam zei m’ n moeder; ‘nou nog een ooglapje dan ben je een echte piraat’. ‘Nee, piraten die hadden altijd papagaaien’, zei ik. De kraai kraaide soms wat. Meestal keek hij verbaasd om zich heen.

We gingen drie dagen op schoolreisje. De meester vertelde wat we allemaal mee moesten nemen. Daarna mochten we vragen stellen. Ik stak m’ n vinger op en vroeg;
‘Moet je je mes en vork ook meenemen?’. De hele klas moest hard lachen en de meester ook. Het bleek dat ze verstaan hadden; ‘mag je je meisje ook meenemen?’.

Iets dergelijks had ik bij de bijbel- vertelling over Mozes in de woestijn. Mozes trok 10 000 mijlen door de woestijn. Ik begreep altijd dat hij met 10 000 meiden door de woestijn trok.

Bij de bijbelvertellingen vond ik het verhaal van David en Goliath altijd erg mooi, hoe die kleine David met zijn katapult die grote reus een steentje in z’n ogen schoot. Slim mannetje, die David.

Dat had ik trouwens ook bij de verfilming op teevee van Odysseus, die op het eiland van de Cycloop, de eenogige reus, het voor mekaar kreeg de reus uit te schakelen door een speer in zijn ene oog te gooien. Ook niet voor een kleintje vervaard, die Odysseus.