Nederlands leraar

Archive for juli, 2012

Heilbronn

31.07.2012

Blog

Aan de Neckar, een goed wijngebied, bezochten we het echtpaar dat we in Kos hadden leren kennen. Kos, een eiland in Griekenland waar het goed toeven was. Dagenlang scheurden we op een scootertje over het eiland. Zon, strand en het nachtleven. Veel Nederlanders in Kos-City. Snackbars met kroketten en frikandellen. Een rondvaart langs eilandjes op de ‘Santa Maria’, eigendom van een Nederlandse die met een Griek was getrouwd. ‘In de winter is hier niets te beleven. Acht maanden werken we hier per jaar, dan vier maanden vakantie’, zei ze. Haar bebaarde volendamse broer was ook van de partij. Zware Van Nelle en BZN op de achtergrond. We reserveerden kaarten voor de volgende dag, een vaart naar drie eilandjes. Op de terugweg leerden we het echtpaar kennen.

Roemenen. Carl had in 1987 een douanier 10 000 DM beloofd als hij hem liet vluchten. Zeven maanden werkte hij elke dag en betaalde de douanier z’n smeergeld.
Carl, inmiddels de 67 gepasseerd, was vroeger handschoenenmaker geweest. Ondanks zijn dertigjarige beroepservaring kon hij hier in Heilbronn alleen werk vinden bij een bewakingsdienst.
Zijn vrouw Dojna was in Roemenie een bekende operettezangeres geweest maar werkte nu als bejaardenverzorgster. S’ avonds zette ze Operette muziek op en galmde mee alsof de ruiten zouden trillen. Een geweldige stem! Nu stond ze in dit troosteloze stadje bejaarden hun billen te wassen.

Een rondleiding door het stadhuis van Heilbronn met drie tentoongestelde maquettes; een van Heilbronn in de middeleeuwen, een van voor en een van na 1945. Op een Februari avond van ’45 werden s’avonds tussen tien over zeven en kwart voor acht door 244 vliegtuigen bommen afgeworpen en 90 procent van de stad werd platgebombardeerd, zoals de meeste Duitse steden. Behalve bijvoorbeeld Heidelberg. Deze historische stad is ontzien, zo vertelde me Carl, omdat er veel diplomaten vanouds hun kinderen lieten studeren. Daar waren veel Amerikanen en Engelsen bij die het in 1945 voor het zeggen hadden.

Kasteel de Haar in Haarzuilen. Een toonbeeld van ‘Neo-Classisisme’. Dus zoals Baron van Zuylen z’n architect Abraham Kuyper eind 19e eeuw dacht hoe of een dergelijk kasteel er in de middeleeuwen uit had gezien. Abraham Kuyper bouwde trouwens ook het Centraal Station en het Rijksmuseum in Amsterdam. Maar nu even terug naar Kasteel de Haar. Gotisch, dus mooie spitse torentjes. Een echt mooi kasteeltje, volgens velen de mooiste van Holland. Tijdens de rondleiding werd veel verteld maar een paar details zijn me bijgebleven. Haarzuilen was vroeger akker en weiland met een paar boerderijtjes die afgebroken werden en een kilometer verderop werden opgebouwd om plaats te maken voor het park rond het kasteel. Probleem was dat er nauwelijks bomen stonden. Daar moest wat aan gebeuren. Zo werden 7000 bomen bij de Utrechtse heuvelrug uit de grond gehaald en door de binnenstad van Utrecht vervoerd naar Haarzuilen. Daarbij moest men soms door smallere straatjes en als de bomen een bocht niet om konden vanwege een hoekpandje dat in de weg stond,dan werd daar niet moeilijk over gedaan. De baron kocht zo’n pandje op en liet het afbreken. Je bent Baron of je bent het niet. Het was natuurlijk geen slecht idee van hem om te trouwen met een Barones de Rothschild, uit een schatrijke bankiersfamilie afkomstig. Zonder haar was het kasteel er nooit gekomen. Ook voor de keuken was het goed, het personeel en de gerechten waren Frans.

Zijn vrouw was de eerste Francaise die een rijbewijs haalde. De Baron was een autosport- en paardenliefhebber. Tevens hield hij veel van reizen, ging meermalen naar Amerika en Japan, waarvandaan hij naast Japanse vazen nog een officiële Japanse keizerlijke draagstoel meenam die ook in het kasteel tentoongesteld staat en waarvoor bussen met Japanners het kasteel bezoeken.

Kasteel De Haar is het eerste kasteel dat in Holland gebouwd werd met warm water en elektriciteit. Hun geliefde zoon kwam om het leven bij een autorace, net voordat het kasteel klaar was in 1914, op 22-jarige leeftijd. De bouw van het kasteel had bijna zijn hele leven geduurd. Oorspronkelijk zou het 2 jaar duren, het werden er tenslotte 20.

1987. Ik woonde op de Oostenburgervoorstraat, om de hoek lag m’ n bootje in het IJ, waarmee ik vaak door de grachten voer. Om de hoek in de Oostenburgerdwarsstraat woonde een Opaatje met een hoedje en een markant wit sikje, die vaak uit het raam hing en een ieder vriendelijk groette die voorbij kwam. Ook mij als ik voorbij kwam met m’ n buitenboordmotor op weg naar m’ n bootje. Mijn franse vriendin van destijds was het ook opgevallen. ‘Wat een grappig opaatje’ zei ze altijd.

Op een zomeravond zat ik na een dagje varen bij m’ n bootje op het bankje aan het water van nde zonsondergang te genieten. Opaatje kwam naast me zitten. We raakten aan de praat over bootjes, auto’s, vakanties en nog een paar zaken, totdat het gesprek op buitenlanders kwam.
‘Weet je waarom hier zoveel buitenlanders wonen?’ vroeg Opaatje.
‘Ze zijn honger, armoede en dictaturen ontvlucht’ was m’ n antwoord.
‘Welnee joh, het zijn de sneeneuzen’.
‘Sneeneuzen?’
‘Joden. Ze zitten in de regering en in de pers. Ze zeggen: laat maar komen die mensen. Hoe meer er komen des te groter wordt de puinhoop bij ons. Wist je dat niet? Nou, ik heb het al lang in de gaten. Het begon al na de oorlog met de Indo’s en Ambonezen. Daarna de Turken en de Surinamers en al die andere volkeren. En er komen er steeds meer. Totdat de Nederlanders een minderheid zijn’.
Opaatje keek me ernstig aan.

Ik nam afscheid en liep verward naar huis.
‘Sneeneuzen’. Nooit van gehoord. Dat had ik niet van dat aardige Opaatje verwacht.

Box consciousness

28.07.2012

Blog

We leven in het tijdperk van de ‘Box- consiousness’, aldus mijn gesprekspartner, Prof. Dr. Karel van Stekelenburg, verbonden aan het sociaal-psychologisch onderzoeksbureau van de Vrije Universiteit van Amsterdam. Hij wijst daarbij op onze levensstijl die zich in dozen, hokken, schermen en andere beschermende en bewegende doosachtige omgevingen afspeelt. We wonen in betonnen dozen, we rijden in metalen dozen naar andere betonnen dozen waar we op elektrische schermen gaan zitten staren. We rijden weer naar huis in onze bewegende dozen en gaan thuis weer op schermen zitten staren tot we bijna in slaap vallen.
We kijken meer naar schermen dan naar elkaar. We schermen ons daarmee van elkaar af.

Zelfs in het openbaar vervoer. Laatst zat ik in de trein die stopte op Schiphol. Een groep jongeren kwam binnen en praatte druk met elkaar. Vijf minuten later was het doodstil, iedereen zat op z’n Blackberry of I-phone te staren. In bussen heb ik hetzelfde meegemaakt. Op de middelbare school hoor je er vanaf 12 jaar niet meer bij als je niet tenminste een Blackberry hebt. Op de fiets, scooter of lopend op straat gaan we door met bellen, met alle verkeersgevaren van dien. Totaal overbodig gebabbel, als we maar met dat doosje bezig zijn weten we ons wel een houding aan te geven. Met het internet op onze mobielen is helemaal het einde zoek. We kijken meer op onze mobielen, onze schermen, dan om ons heen en zijn daarmee alleen maar eenzamer geworden.

De box die ons moest ‘bevrijden’ is onze gevangenis geworden, aldus de professor.

Eetlezen

27.07.2012

Blog

Tijdens mijn studie begon ik ermee; ‘eetlezen’(het woord is van Remco Campert), de krant lezen onder het eten. Omdat ik, meestal alleen, m’ n dienblad met maaltijd in de Mensa verorberde, nam ik er altijd een krant bij, hoefde je tenminste niet om je heen te kijken naar de schransende smoelen (vretende koppen?)
Nu ik weer alleen ben en vrijwel altijd alleen eet doe ik dit weer. Merk je niet zo dat je maar in je eentje bent. Een duik in de actualiteiten van de dag. Met de radio aan waar ik half naar luister en de krant die ik half lees, totdat ik een keuze heb gemaakt en begrijp dat ik lees of hoor wat mijn aandacht het meest weet te trekken.
Het in mezelf praten om commentaar te geven op het gelezene of gehoorde komt nog steeds voor. Ik lees trouwens bij het ontbijt en middageten ook graag de krant als ik alleen ben. Soms lees ik drie verschillende kranten met vaak hetzelfde nieuws op een dag, kan je nagaan hoe het nieuws erin gepompt wordt, vooral als ik het journaal s’ avonds nog op tv bekijk. En wat doe je met al die overbodige informatie? Juist ja, niks dus.

Lekker weer hé?

26.07.2012

Blog

Hoor je vaak de laatste dagen, maar ook een vermoeiend klinkend ‘warm hé?’. Sinds het voorjaar wordt er geklaagd over de koude zomer en de zon die zich nauwelijks liet zien. Sinds vijf dagen schijnt de zon en is het eindelijk lekker weer en dan is het weer niet goed.
Als we maar wat te klagen hebben.
Het mooie weer schijnt trouwens morgen al weer voorbij te zijn. Dan zal er wel weer geklaagd worden over dat het maar zo kort duurde, dat lekkere weer.

Batman returns

20.07.2012

Blog

‘The Dark Knight rises again’. Batman staat op. Batman komt terug. De nieuwe ‘Blockbuster’ ging deze week in premiere. Overal in de stad zie ik het affiche op de bushaltes. Het Parool maakte er vandaag voorpaginanieuws van, een idioot had om zich heen geschoten bij de premiere in Denver, USA. De vorige Batman was me al teveel van het goede, een overdosis aan bombastische special effects met een troebel verhaal. Net als James Bond is Batman ook niet meer wat hij geweest is.

Even terug naar 1968. Betmen kwam op teevee. In zwart – wit. Men schreef Batman en zei Betmen op zijn engels. Sommige jongens hadden het over Betmén, andere over Betmán. Hij verscheen in de PEP als stripverhaal. Batman had een grijs met zwart pak met cape. Op zijn borst prijkte een zwarte vleermuis als symbool op een gele achtergrond, een eclips op zijn kant. Hij kon zijn vuisten goed gebruiken en van hoge gebouwen afspringen. Robin was toen soms ook van de partij.

In de etalage van Tip Top, de speelgoedwinkel in de Soesterbergsestraat in Soest, hing een heus Batmanpak te prijken. Maar liefst 6 gulden moest het kosten, een vermogen voor mij in die tijd met een dubbeltje zakgeld per week. Lange tijd stond ik met mijn neus tegen de etalage gedrukt. Zag er goed uit, dat pak. Ongeveer mijn maat wel. Ik zag mezelf er al in vol ornaat mee naar school gaan.

Een week later. Ik had nog 40 cent en rekende uit dat ik bijna 5 jaar moest sparen voor dat pak. Dat duurde me toch echt te lang. Ik kocht dus toch maar een klapperpistooltje van 60 cent. Kon ik tenminste meteen knallen. Stel je voor, 5 jaar wachten op dat pak. Dan was ik er toch al veel te groot voor.

VSV

19.07.2012

Blog

Soms verschijnt er een boek dat je beetpakt, vasthoudt en niet meer loslaat totdat je het uit hebt. VSV is zo’n boek. Leon de Winter,toch al een van mijn favoriete schrijvers na het lezen van zijn boek God’ s Gym, heeft opnieuw een meesterwerk geschreven. Fictie op de werkelijkheid gebaseerd. Diepdroevig en tegelijkertijd een dolle klucht, maar vooral een boek van deze tijd, de jaren 0 van de 21e eeuw. Als je denkt; goh wel een heel gek en spannend verhaal was dit, komt er een volgende actie en wordt er nog een schepje bovenop gedaan. Kortom, een aanrader van jewelste!

de PEP

10.07.2012

Blog

De PEP kwam op Woensdag, mijn broer wilde hem altijd het eerste lezen. Ik las het liefst de verhalen van Asterix en Obelix en Lucky Luke. Natuurlijk ook de ridder Valliant, detective agent 327 en sukkel Guust Flater. De PEP was jarenlang ons favoriete weekblad.

Jaren later woonde ik in München naast de PEP, het ‘Perlacher Einkaufs Paradies’, een groot winkelcentrum. ‘Wir gehen ins PEP?’ vroeg ik dan mijn vriendin en dan gingen we naar de mega supermarkt in de kelder van het winkelcentrum.

Voor de PEP was ik trouwens geabonneerd op de Donald Duck. Op mijn zevende verjaardag kreeg ik een kaartje van oom Donald. Er stond een plaatje op van de drie neefjes naast een neergestort vliegtuigje, ernaast de tekst:

‘Gefeliciteerd! We wilden je komen bezoeken, maar helaas is er iets tussengekomen’.

Urenlang heb ik die dag nog bij de voordeur staan wachten, in de hoop dat ze toch nog zouden komen.

Later kreeg ik nog een abonnement op de KIJK. De Kijk was een wetenschappelijk maandblad voor kinderen. Mooie reportages over geschiedenis, sterren, ruimtevaart en dinosaurussen, kortom over alle mogelijke wetenswaardigheden. Dit blad was leerzaam. De KIJK was goed voor je algemene ontwikkeling. Mijn vader gaf me daarom een abonnement voor mijn 12e verjaardag.

Mooi huis met tuin in IJburg, leuke mensen ook. Quah en Peik Li hebben twee dochtertjes van 2 en 3 jaar.Ze spreken al Chinees en Mandarijn-Chinees, wat een erg moeilijke taal is.
En ze spreken beter Nederlands dan hun ouders. Vandaar dat Quah contact met me opnam, hij wil graag met zijn vrouw zijn Nederlands verbeteren zodat hij zijn kinderen goed voor kan lezen. Daarbij gaat het veel om uitspraak, melodie en klemtoon. Daar besteden we dan ook veel aandacht aan. We lezen wat uit Delftse methode, beschrijven wat plaatjes en foto’s en lezen een hoofdstuk uit ‘Puk en de Petteflet’. Wat een leuk boek is dat toch.

Quah en Peik Li gaan in Augustus met hun dochters naar Zuid-Frankrijk om daar te kamperen. Ze hebben de kampeeruitrusting via Marktplaats aangeschaft. Nu was het zoeken nog naar de goede campingstoelen en een tafel. Quah ging vroeger als kind in Maleisie ook kamperen. Dan namen ze alleen wat rijst mee. Ze maakten een kampvuur langs de rivier en vingen vissen, die ze boven het vuur bakten. Het was heel simpel allemaal in de open natuur.

Peik Li, de vrouw van Quah, vindt dat men hier in Nederland op een leuke manier met de kinderen omgaat, er zijn goede scholen waar veel met de kinderen wordt voorgelezen, gespeeld, gezongen en gepraat. Vandaar dat ze in Europa uiteindelijk voor Amsterdam hebben gekozen, want als kennismigranten konden ze in heel Europa terecht.