Nederlands leraar

Archive for september, 2012

Coalitie met pit?

18.09.2012

Blog

ik zag ze gisteren op het journaal samen naar buiten komen, de beide heren Samson en Rutte. Wekenlang gebekvecht over hun eigen gelijk, maar nu zijn ze op elkaar aangewezen om water bij de wijn te doen. Zo gaat dat in de politiek, compromissen sluiten en een coalitie vormen. Hopelijk wordt het geen slappe hap, maar wordt er eindelijk eens pittig geregeerd. Het is de hoogste tijd….

‘Natie’en ‘Nazi’s’: nauwelijks een verschil in de uitspraak te horen. ‘De Verenigde Naties’ klinkt een Duitser die allesbehalve trots is op het nazi-verleden van zijn land, bijzonder vreemd in de oren.
‘Vergangenheitsbewältigung'(in het reine komen met het verleden) is en blijft een serieus thema in de openbare Duitse discussie. Het is nog maar kort geleden dat er tijdens de WK 2006 weer redelijk onbevangen met zwart rood gele vlaggen werd gezwaaid.
Die Vereinigten Nazis moet natuurlijk zijn; Die Vereinten Nationen

Er valt nog veel te leren van het Duits. ‘Ich habe das von mein Vater gelehrt‘ betekent bijvoorbeeld helemaal niet wat ik aanvankelijk dacht, nl. ‘Ik heb dat van mijn vader geleerd’. De juiste vertaling moet zijn;
‘Ich habe das von mein Vater gelernt‘.

Lehren = iemand iets bijbrengen, kennis overdragen
Lernen = kennis tot je nemen

‘Das ist prezies was ich beduhle’ is ook geen vertaling van ‘Dat is precies wat ik bedoel’.
Dat moet namelijk zijn: Das ist genau was ich meine’.

‘Reinhold Wolff heeft er twee leuke boekjes over geschreven. ‘Lass mal sitzen’ en ‘Es kommt wohl gut’.
Beide boekjes behandelen ‘het wonderlijke steenkolenduits van Hollanders’.

Stagiair

15.09.2012

Blog

Meher is wasmachinereparateur. Personeel kan hij niet vinden, jongeren in Amsterdam volgen geen technische opleiding hoewel bedrijven schreeuwen om technisch personeel. Het is er niet. Een vriend van Meher vroeg hem of zijn 18-jarige zoon een stage bij hem kon doen. Dat was vandaag. Toen ze in het busje op weg naar een opdracht reden, vroeg de jongen na een half uur hoeveel hij kon verdienen. Meher zei hem dat het niet verstandig was om daar meteen naar te vragen, hij wilde toch wat leren? Als hij een jaar of twee meeliep, dan kon hij veel leren en was hij zijn leven lang verzekerd van goed betaald werk. Toch was Meher bereid om hem 30 Euro per dag te geven. Heel veel voor een stagiare.
De stagiaire vond het te weinig, hij wilde 50. Techniek interesseerde hem niet. Hij werkte nu als pizza-koerier en daar kreeg hij 50. ‘Blijf dan maar pizza-koerier’ zei Meher. Het was zijn eerste en laatste dag.

Niet te filmen

14.09.2012

Blog

De Nederlandse taal is rijk aan woorden en gezegden om onze gevoelens van verbazing of ongeloof uit te drukken, zoals:

Verdraaid! Och heden! Ongelofelijk! Sapristi! Wel heb je ooit! Gunst! Och heden! Warempel! Blikskaters!

Maar wat zeggen veel Nederlanders tegenwoordig als ze iets niet kunnen bevatten? Niet te filmen!
Ik snap helemaal niets van deze uitdrukking. Als je het niet met een filmcamera kunt vastleggen is het dus zo onwaarschijnlijk dat het niet te geloven is? Geloof is volgens mij meer een overtuiging dan iets dat je wel of niet kunt vastleggen op een lichtgevoelig medium. Ik geloof bijvoorbeeld niet in Sinterklaas, maar ik kan hem wel filmen. Ook geloof ik niet dat speelfilms waar zijn, terwijl die al gefilmd zijn.

Zou er werkelijk iets zijn dat je niet kunt filmen? Ja, duisternis, want dat is het ontbreken van licht en filmen bestaat bij gratie van licht. Maar duisternis vind ik zeer geloofwaardig.

Het derde deel van mijn drieluik met citaten van mijn favoriete dichters;

Jean Pierre Rawie – Drie variaties op een thema

1
Ik ga, ofschoon de mensen en de drank er
Bedroevend zijn, in een café voor anker;
Wat maakt het immers uit waar of ik wacht
Op wereldoorlog, hartaanval of kanker?

2
Wij zijn niet dan bedroefd en stervenskrank
En gaan aan velerlei gebreken mank;
Wie heeft er nog het lef ons te verwijten
Dat wij onszelf verliezen in de drank?

3
Ik wis de wijn en tranen uit mijn baard.
Was zulk een avond wel zo’n ochtend waard?
Ik heb mij zo te zien met open ogen
Opnieuw op mijn illusies blindgestaard.

Poëzie

12.09.2012

Blog

Ach poëzie, hier een paar van mijn favorieten, zoals wijlen C.B.Vaandrager;

Made in Madurodam:

De kroketten in het restaurant
Zijn wat aan de kleine kant

Niet te vergeten de ode aan zijn dochter van Jules Deelder;

Lieve Arie
Wees niet bang

De wereld is rond
en dat is-tie al lang

De mensen zijn goed
De mensen zijn slecht

Maar zij gaan allen
dezelfde weg

Hoe langer je leeft
hoe korter het duurt

Je komt uit het water
en gaat door het vuur

Daarom lieve Arie
wees niet bang

De wereld draait rond
en dat doettie nog lang

Ook Toon Hermans heeft prachtige gedichten geschreven, zoals deze;
Sterven doe je niet ineens,
Maar af en toe een beetje
En alle beetjes die je stierf,
’t is vreemd, maar die vergeet je,
Het is je dikwijls zelfs ontgaan,
Je zegt ik ben wat moe,
Maar op ’n keer dan ben je aan
Je laatste beetje toe.

Tot slot nog een paar citaten van wijlen Simon Vinkenoog;

”Adem even in/ adem even uit/ Adam Eva in/ Adam Eva uit.”

”Een beetje censuur is zoiets als een beetje zwanger.”

”Verdom de oorlog, beziel de vrede!”

”Tijd overbruggen is eeuwigheid scheppen.”

”De meeste gevangenen zitten niet achter tralies, maar gekneld in de waandenkbeelden, angsten en vooroordelen van een oppervlakkig bestaan.”

De Dichter

11.09.2012

Blog

Aan de snel groeiende lijst met overleden tijdsgenoten werd dit jaar de bekende dichter Gerrit Komrij toegevoegd. Een groot dichter en schrijver is van ons heen gegaan. Bij wijze van eerbetoon zijn overrompelende gedicht ‘de dichter’:

DE DICHTER
Toen het letterkundig tijdschrift
Hem een briefje toe deed komen,
Waarin stond: ‘Mijnheer, uw verzen
Waren lang niet slecht, we zullen
Er eerdaags een paar van plaatsen’,
Zwol zijn borst tot slagschiphoogte.
Heel zijn leven werd nu anders.
Hij ging nu doen alsof hij grote
Mensen hoogstpersoonlijk kende.
Hij zei stad wanneer jij blad zei.
Hij zei held wanneer jij speld zei.
Hij zei ach wanneer jij dag zei.
En daarvan wilde hij leven!

Zonder iets.

10.09.2012

Blog

Prachtige dag gisteren, een van de laatste echt zonnige dagen, dus naar Zandvoort aan zee. S’middags, uur of twee, ik lig relaxed een boek te lezen op een ligbed onder een parasol.

Ineens, naast mij, harde house uit een ghetto-blaster. ‘I’ve got the Power’ in de remix, twee keer zo snel.
Het leek of er zich een film voor me afspeelde. Naast mij hebben zich drie meisjes en jongens van een jaar of achttien geïnstalleerd. Een koelbox gaat open, flessen gekoelde rosé voor de meisjes en bier voor de jongens. Een jongen haalt grote voorgedraaide joints tevoorschijn.

Ik moet lachen, wetend dat het gezelschap na een uur hoogstwaarschijnlijk voor pampus zou liggen; te hard uit hun bol gegaan in de hete zon. Maar voorlopig was daar nog geen sprake van, er werd gedanst en gelachen. Steeds uitbundiger. Na een half uur blijft het eerste meisje liggen, na drie kwartier de andere twee, stomdronken en stoned. Na een uur liggen de jongens ook hun roes uit te slapen.

Te weinig power. De roes was sterker.

Wat was ik blij dat ik het gehad had, dat alles tegelijk en veel te veel. En dan die hoofdpijn erbij als straf. Ik keek naar de jeugd naast me, een uur geleden nog met veel bravoure springend en dansend, nu slapend als een stel hulpeloze bejaarden.

Ik voelde me ineens verbazingwekkend goed, zonder iets.

Een over de straatbreedte van de weg opgehangen spandoek met deze welsprekende boodschap zie ik de laatste weken overal door Nederland hangen. Het spandoekenbedrijf met het mooiste spandoek en de scherpste prijs heeft de opdracht voor duizenden spandoeken gekregen, dat is duidelijk. Duidelijke taal aan de weggebruikers ook, opletten dus met het verkeer in de steden en dorpen! Aanmerkelijk meer fietsers en voetgangers, hou er rekening mee. Ze zijn weer begonnen, dus begin nu ook maar met opletten, weggebruikers en scholieren. Maar is dat niet vanzelfsprekend?
Er zal vast wel onderzoek naar gedaan zijn en er vallen natuurlijk door de spandoeken minder verkeersslachtoffers. Tenminste, ik neem aan van wel. Ze hangen er niet voor niets, hoop ik.

Wat een taalverarming! Hele volksstammen roepen zodra ze even niet op hun woorden kunnen komen: ‘Ik heb zoiets van….’.

Ik heb zoiets van: hè?
Ik heb zoiets van zolang het leuk is blijft het aan
Ik heb zoiets van dat verzin je niet
Ik heb zoiets van bekijk het maar

Ik blijf me afvragen: wat zeg je nou eigenlijk? Als je zegt: ‘Ik heb zoiets van: hè?’dan zeg je dat je je niet afvraagt: hè?, maar iets dat daar op lijkt. Dus het is niet helemaal ‘hè?’, maar wel een beetje. Maar wat bedoel je dan? Natuurlijk bedoel je ‘hè?’, maar om een voor mij duistere reden is het kennelijk noodzakelijk dit vooraf te laten gaan door een volkomen overbodige kreet. De enige reden die ik kan verzinnen is dat je moedwillig dommer wilt overkomen dan je werkelijk bent. Of je bent echt te dom om erover na te denken, dat kan natuurlijk ook.