Nederlands leraar

Archive for juni, 2012

Op Woensdagmiddag belde ik met mijn vriend aan bij woningen in het dorp en vroeg, als de deur werd geopend;

‘goedemiddag mevrouw, heeft u soms nog een heitje voor een karweitje?’

Daarbij zo indringend mogelijk kijkend, vooral niet in de lach schietend. Het werkte soms, we waren pas een jaar of 11 en zagen er allervriendelijkst uit. Soms werd de deur voor onze neus dichtgegooid, dan gingen we naar de buren. Dan mochten we het gras in de tuin aanharken, de stoep vegen of de matten kloppen. Vragen als; ‘is het voor de padvinderij?’ of ‘is het voor de zending?’ antwoordden we met een stellig ‘ja!’ om daarna het dubbeltje of soms het kwartje in ontvangst te nemen.

‘Wat is eigenlijk zending?’ vroeg ik mijn vriend. ‘dat is voor de dominee, die stopt alles in zijn eigen zak. Dat heeft mijn vader zelf gezegd’ aldus mijn vriend. Ik geloofde hem, want zijn vader had het gezegd.

Als we een paar gulden bij elkaar hadden, gingen we naar Werner, de speelgoedwinkel. Daar gingen we uitgebreid bekijken wat we gingen kopen. Werd het de stuiterbal, het waterpistooltje of toch de knikkers? Dat duurde meestal een klein kwartiertje. Dan vroeg meneer Werner of we inmiddels onze keuze hadden gemaakt. Tevreden fietsten we naar huis. De woensdagmiddag was voorbij.

De Monkees

28.06.2012

Blog

Op Woensdagmiddag kwamen ze op de teevee, de Monkees. Ik keek ernaar met mijn vriendjes en mijn broers. Later wist ik dat het de nep- Beatles waren uit Amerika, die gevormd waren naar aanleiding van de eerste Beatles- successen in de VS, maar dat wist ik toen nog niet.
Ik had ook een vertaling gemaakt van begintune van de Monkees;
‘Hee, hee, de Monkees, de Monkees zijn zo goed. Vooral die kleine Davie, die poept nog in zijn broek’.
‘Ik kan al Engels’, zei ik tegen de leraar van de vierde klas lagere school.
Mijn leraar reageerde met;
‘Zo, kan jij al Engels? Nou, laat maar horen dan!’
‘O.K.’, zei ik, ‘hier komt-ie;

Ei fill mit my reet in de prikkeldreed en ei tel joe dat het seer deed’.

Wig Wam

26.06.2012

Blog

Ik had een Wig Wam gekregen voor mijn vijfde verjaardag. Ik zette samen met mijn broers de Wig Wam op. Herhaaldelijk had ik mijn bewondering voor de Wig Wam uitgesproken tijdens het zien van de Old Shatterhand en Winnetou- films. Die indianen zagen er mooi uit, hadden geen geweren en wonnen het vaak toch nog van de cowboys met alleen maar speer en pijl en boog.
Bovendien hadden ze prachtig lange haar met paardestaart en / of indianentooi en liepen ze op een soort sandalen. En dan woonden ze ook nog in die mooie Wig Wams. Kortom, indianen vond ik tof.
Nadat de Wig Wam opgezet was, mocht ik van mijn moeder samen met m’ n vriendje een boterhammetje met leverworst gaan eten in de Wig Wam.

‘Eten de indianen ook boterhammen?’ vroeg mijn vriendje aan mij.

‘Ja, eerst schieten ze met pijl en boog een buffel en dan eten ze buffel op hun boterham en tenslotte maken ze een groot kampvuur waarbij ze gaan dansen en daarna gaan ze de vredespijp roken’ was mijn antwoord.

De Daltons

25.06.2012

Blog

Het was op de christelijke mavo in Scherpenzeel, dat we ons de Daltons noemden, naar de gelijknamige strip van Lucky Luke. We waren ook met z’n vieren en verschillend qua lengte. Wel waren we vrienden, geen broers, maar dat maakte niet uit. We voerden een puntenstelsel in. Degene die de anderen aan het lachen kon krijgen scoorde punten. Wie het eerst 100 punten had gehaald was leider, daarna begon de puntentelling opnieuw. Hoe haalden we onze punten? Je kon je vinger opsteken in de klas en mededelen dat de gulp van de leraar openstond, daarmee haalde je meteen 100 punten en was je meteen leider. Voor de minder grappige dingen als leuke opmerkingen of de klas uitgestuurd worden kreeg je punten afhankelijk van hoe leuk het was. Het puntenstelsel zorgde soms voor hilarische toestanden. Dat een van ons de klas werd uitgestuurd en dan vroeg hoeveel punten hij kreeg en het er dan niet mee eens was en erover wilde onderhandelen, tot ergernis van de leraar die er natuurlijk niets van begreep en de betreffende Dalton zo snel mogelijk de klas uit wilde hebben. Wat deden we zoal? Grappige opmerkingen maken, dingen op het schoolbord schrijven voordat de les begon. Bij gym langer douchen en te laat in de volgende les komen. Op een tube lijm slaan bij handarbeid. Met een waterpistool klasgenoten natspuiten. Een oude wc pot in de vlaggemast voor de school hijsen.
De catechisatielessen waren erg grappig. De leraar begon met psalmengezang, maar niemand zong mee. We waren voornamelijk bezig niet in lachen uit te barsten. Vooral na de opmerking van de meester dat ‘er best wel wat meer meezongen mag worden’. Dit zei hij elke keer opnieuw en altijd stond hij alleen te zingen.

Zondag

24.06.2012

Blog

Zondags moesten we thuis onze zondagse kleren aan. Dit hield in dat je er netjes uit moest zien, dus gepoetste schoenen, een nette broek met een naad in het midden (geen jeans) en een gestreken overhemd. De haren dienden gekamd, bij voorkeur in scheiding. We kleedden ons aan nadat ieder van ons zijn taak had verricht, zoals de keuken opruimen, de hal en kamer stofzuigen of de inrit aanvegen. De Afghaanse windhonden die we hadden waren dan ook, meestal door mijn moeder en een van mijn broers, uitgebreid gewassen en geborsteld zodat die er ook netjes bijzaten. De koffie werd om klokslag twaalf uur opgediend, vergezeld van een dampende appelbol, net uit de oven.
Neil Diamond vergezelde ons met zijn sonore gezang; ‘Song Song Blue, everybody knows why…’. Tevens was de soundtrack van ‘Once upon a time in the West’ van Ennio Morricone altijd te horen uit mijn moeders stereo. Al met al waren we best tevreden met de muzikale smaak van mijn moeder, gelukkig had ze Nana Mouskouri (met die grote bril) en Julio Iglesias (met zijn regenjas, zeiden we altijd) achter zich gelaten. Later ging ze zelfs Bryan Ferry waarderen.
Lezen mocht niet; ‘leg dat boek eens weg, we zitten nu gezellig samen koffie te drinken, dus kunnen we gezellig praten’. Er vielen stiltes. Ik vond dat best prettig, stil samen zijn was ook al heel wat, toch? Waarom moest je altijd wat zeggen? Ik kon het dan ook altijd het langst uithouden om te zwijgen. M’ n vader begon al snel met m’ n broer over het werk te praten, waar ik al helemaal niet meer niet naar luisterde. Al mijn aandacht ging uit naar de muziek, de koffie en de appelbol. Ook de honden, mijn moeder en zusje vonden het gepraat over de zaak oninteressant.

Na een uur was het afgelopen met het koffiedrinken en ging ik naar mijn vrienden en nam afscheid in mijn nette kleren. Gympies, een vale spijkerbroek, t- shirt en legerjasje in mijn KLM-koffertje naast een aantal grammofoonplaten gepropt. Ik fietste een stukje en parkeerde mijn fiets achter de werkplaats. Daar kleedde ik me snel om en deed mijn haar door de war.

De Zondagmiddag kon beginnen.

De Valleirenners

22.06.2012

Blog

Was de naam van de plaatselijke wielrenners- club die in rode trainingspakken reed met de naam van het bouwbedrijf van mijn vader erop, die sponsor was. Donkerrood waren ze, die pakken. Twee zonen van uitvoerder Sas zaten er ook op. Ze deden ook mee aan wedstrijden. Op een dag zag ik een zoon van Sas trainen op een home- trainer, met een vertrokken gezicht; hij verrekte van de spierpijn. Wielrennen was geen pretje, zoveel was me duidelijk. Er werd een groepsfoto gemaakt met de nieuwe rode trainingspakken op het bedrijfsterrein van mijn vader. Hoewel ik nog nooit op een racefiets had gezeten, kreeg ik toch een trainingspak en een racefiets. Enigszins beduusd stond ik met rood trainingspak en met mijn zojuist gekregen racefiets tussen de wielrenners. Eigenlijk kon het niet, ik deed maar net of ik een echte wielrenner was en hoopte niet op te vallen, hoewel ik de jongste was. Ik keek naar de andere wielrenners, hoe die keken en probeerde met net zo’n onverschillige blik naar de fotograaf te kijken. Ondertussen schudden met mijn pony zodat mijn haar een beetje over mijn wenkbrauwen kwam, zoals ik had gezien op teevee bij de Monkees, die deden dat ook en dat was best wel stoer. Maar o schrik, daar kwam mijn moeder ineens op me af, met een natte spons streek ze mijn pony opzij en maakte van de door mij gewenste stoere wielrenner met pony ineens een kindje van mama die zijn haartjes netjes moet hebben voor de foto. ‘Zo, nu zit je haar tenminste niet in je gezicht’, zei ze onder luid gelach van de overige wielrenners. Wat een afgang. Met het wielrennen ging het al niet veel beter. Nadat ik de groep bij de start nog redelijk bij kon houden, gingen ze opeens veel sneller en was ik ze al snel kwijt. Ik fietste een beetje door en ging even op een bankje zitten langs het bospad. Prachtig die bomen en die wolken, ik sluitte mijn ogen voor de zonnestralen die mijn gezicht verwarmde.
‘Hee Harry, waar was je nou? ‘ hoorde ik de zoon van Sas roepen, die de opdracht had gekregen om me op te zoeken. Ik schrok, zei dat ik ze kwijt was geraakt en fietste met hem mee naar huis.

De volgende dag stond er een foto in de krant van de Valleirenners. Bij nauwkeurige bestudering bleek het dat ik als enige niet stond te lachen. De rest van de groep was aan het schateren, dat was goed te zien. De foto was genomen kort nadat ik de veeg met de spons over mijn pony had gekregen.

Appeltje eitje

21.06.2012

Blog

De Soester Duinkikkers heette de zwemclub waarvan ik ook nog lid ben geweest. Zoals de meeste clubs had ik er al snel weer genoeg van. Ik ben niet zo van het ‘gezellig met z’n allen’. Laat mij m’ n eigen gang maar gaan, om met wijlen Ramses Shaffy te spreken. Ook heb ik nog op paardrijden gezeten, maar nadat ik van een paard afgedonderd was gaf ik er de brui aan. Judo heb ik ook nog gedaan, ik denk dat ik het er misschien drie maanden uitgehouden heb, volgens mij had ik de gele band. Volleybal dan. Op initiatief van de hoofdmeester van de basisschool werden we uitgenodigd tot dit spel, maar na een maand of twee vond ik het welletjes. Dat gezeur over trainen en vechten, het moest wel leuk blijven. Voetbal heb ik vrij lang uitgehouden, het begon al op de driehoeksweg in Soest, waar we met zijn drieen ieder ons eigen steen verdedigde, gewoon met Bata- schoenen en Terlenka broek. Bij de voetbalclub Scherpenzeel ben ik zelfs nog aanvoerder geweest bij de Mini’s. Het kan zijn vanwege mijn lengte, ik stak met kop en schouders boven de rest van de leeftijdsgenoten van mijn elftal uit. Maar wel kan ik me herinneren dat ik een prachtig doelpunt scoorde toen ik midvoor stond. Een counter, ik kon gewoon doorlopen. Appeltje eitje. Een goed moment om ermee te stoppen.

Knapen

20.06.2012

Blog

Op Vrijdagavond gingen we naar de ‘Knapen’, zoals de christelijke jongensclub van de gereformeerde kerk in het dorpje Scherpenzeel heette waar mijn vriendje op zat die vroeg of ik ook meeging. ‘Wat is het dan?’ vroeg ik ter informatie.
‘O, even een beetje Bijbellezen en daarna lekker pingpongen, tafelvoetballen, sjoelen en zo’ luidde zijn antwoord. ‘Bovendien kost het niets’. Dat was ook een pluspunt.

Inderdaad werd de avond begonnen met het lezen van een stuk Bijbeltekst, waarna door de kerkganger vragen werden gesteld over de betekenis. Vragen die veelal gevolgd werden door een langdurig zwijgen van de aanwezige jongens, gepaard met langzaam roodaanlopende hoofden van het niet in de lach proberen te schieten. Snapten we de teksten al niet, van de uitleg snapten we meestal helemaal niets. Ik kan me nog de tekst herinneren dat Mozes met tienduizend Filistijnen door de woestijn aan het dolen was, waarover de ouderling (zo werden de vrijwillige kerkgangers genoemd die de jeugd voor het geloof moest interesseren) de vraag stelde;

‘Waar ging deze tekst over?’
Door mij beantwoord met; ‘Moos met tienduizend meiden in de woestijn’, hetgeen een luid gelach onder de aanwezige jongens, alsmede een rood hoofd van de ouderling veroorzaakte.

Daarna begon het interessantere deel van de avond, oftewel hetgeen waar we eigenlijk voor gekomen waren; sjoelen, tafelvoetbal en pingpong.

Apekooien

19.06.2012

Blog

D.O.T.O. was de naam van de gymnastiekvereniging in het dorpje Scherpenzeel in het begin van de jaren ’70. Door Oefening Tot Ontspanning. We hingen aan ringen, maakten een vogelnestje (hierbij moest je je handen achter je rug houden aan de ringen, waar ook je voeten doorheen zaten. De bok was om eroverheen te springen nadat je er jezelf met je handen op had afgezet. Dan de kast, ook een springgeval, wat je er nog meer mee kon ben ik even kwijt. De stang, daar kon je aan hangen, op zitten en verschillende gymnastische handelingen mee verrichten. En tenslotte het wandrek en de touwen. Daarin kon je omhoog klimmen, al dan niet met magnesium aan je handen tegen het uitglijden. Apekooien was het leukste. Dan werden alle apparaten die er waren, inclusief matten, loopbalken en trampolines, opgesteld in de grote zaal en zaten we elkaar achterna. Tikkertje in de lucht, je mocht niet met je voeten op de grond komen. Snelheid en kracht gecombineerd met plezier.

Opluchting

18.06.2012

Blog

Gelukkig hoeven we ons niet meer te ergeren aan de verwende miljonairtjes van het nederlands elftal met hun kale koppen, hun vieze tattoos, hun arrogantie en hun gekwelde blik. Heerlijk, nu kunnen we naar het echte voetbal gaan kijken. Dit zooitje ongeregeld was te oud, te verwend en gewoon niet goed genoeg. Medelijden hoef je niet te hebben, hun bankrekeningen zijn alweer flink aangevuld door de reclames.